Gasloos wonen wordt steeds populairder als een manier om energie te besparen en bij te dragen aan een duurzamere wereld. Maar wat betekent het precies om gasloos te wonen, en wat zijn de voordelen en uitdagingen?
1. Gasloos wonen betekent geen aardgas meer gebruiken
Bij gasloos wonen wordt geen aardgas meer gebruikt voor verwarming, koken en warm water. In plaats daarvan worden duurzame alternatieven zoals warmtepompen, inductiekookplaten en zonneboilers gebruikt.
2. Nederland wil in 2050 volledig van het gas af
De Nederlandse overheid heeft als doel om in 2050 volledig gasloos te zijn. Dit is onderdeel van de energietransitie, waarbij fossiele brandstoffen worden vervangen door duurzamere energiebronnen.
3. Nieuwe woningen worden al zonder gasaansluiting gebouwd
Sinds 1 juli 2018 mogen nieuwbouwwoningen geen aardgasaansluiting meer hebben. Dit betekent dat alle nieuwbouwhuizen standaard worden voorzien van duurzame alternatieven voor verwarming en koken.
4. Warmtepompen zijn de populairste vervanger van gas
Een warmtepomp is een van de meest gekozen oplossingen om een woning gasloos te verwarmen. Hij haalt warmte uit de buitenlucht, bodem of het grondwater en gebruikt die om het huis te verwarmen. Dit is veel efficiënter dan een traditionele cv-ketel op gas.
5. Gasloos koken gebeurt meestal op inductie
Omdat een gasfornuis op aardgas werkt, stappen veel mensen bij gasloos wonen over op een inductiekookplaat. Dit type kookplaat werkt op elektriciteit en is sneller, veiliger en energiezuiniger dan koken op gas.
6. Stadsverwarming is een veelgebruikte oplossing
Sommige gasloze woningen zijn aangesloten op een warmtenet, ook wel stadsverwarming genoemd. Hierbij wordt restwarmte van bijvoorbeeld energiecentrales of industriële processen gebruikt om woningen te verwarmen. Een warmtemeter wordt vaak gebruikt om het verbruik van warmte nauwkeurig te meten, net zoals een energiemeter dat doet voor elektriciteit. Hierdoor betaal je alleen voor de warmte die je daadwerkelijk gebruikt.
7. Gasloos wonen kan leiden tot lagere energiekosten
Hoewel de overstap naar gasloos wonen in eerste instantie een investering vraagt, kan het op lange termijn juist geld besparen. Elektriciteit uit zonnepanelen en efficiënte warmtepompen kunnen de energiekosten flink verlagen.
8. Isolatie is heel belangrijk bij gasloos wonen
Omdat gasloze verwarmingssystemen vaak op lagere temperaturen werken dan een traditionele cv-ketel, is een goed geïsoleerd huis essentieel. Dit voorkomt warmteverlies en maakt het efficiënter om de woning op temperatuur te houden.
9. Er zijn subsidies voor gasloos wonen
De overheid stimuleert gasloos wonen met verschillende subsidies en regelingen, zoals de ISDE-subsidie (Investeringssubsidie Duurzame Energie). Hiermee kunnen huiseigenaren een tegemoetkoming krijgen voor warmtepompen, zonneboilers en isolatiemaatregelen.
10. Niet alle bestaande woningen kunnen meteen van het gas af
Voor veel oudere woningen is de overstap naar gasloos wonen niet eenvoudig. Sommige huizen hebben ingrijpende aanpassingen nodig, zoals betere isolatie en vloerverwarming, voordat ze geschikt zijn voor gasloze verwarming.
11. Gasloos wonen helpt bij het verminderen van CO₂-uitstoot
Een van de grootste voordelen van gasloos wonen is de verlaging van de CO₂-uitstoot. Aardgas is een fossiele brandstof en draagt bij aan klimaatverandering. Door over te stappen op duurzame energiebronnen wordt de impact op het milieu verminderd.
Gasloos wonen is de toekomst van duurzaam wonen en helpt bij de energietransitie. Met warmtepompen, stadsverwarming en inductiekoken wordt het mogelijk om comfortabel te leven zonder aardgas. Hoewel de overstap soms een uitdaging is, biedt het op lange termijn voordelen voor zowel het milieu als de portemonnee.