Het Stanford gevangenisexperiment is een van de meest beruchte en controversiële psychologische experimenten uit de geschiedenis. Het experiment, geleid door psycholoog Philip Zimbardo, heeft blijvende invloed gehad op de psychologie, ethiek en ons begrip van de menselijke natuur.
1. Het experiment werd uitgevoerd in 1971
Het Stanford gevangenisexperiment werd uitgevoerd in augustus 1971 door psycholoog Philip Zimbardo aan de Stanford University. Het was bedoeld om de psychologische effecten van het leven in een gevangenisomgeving te onderzoeken, waarbij studenten de rol van bewakers en gevangenen op zich namen.
2. Het experiment zou twee weken duren, maar werd vroegtijdig beëindigd
Hoewel het experiment oorspronkelijk gepland was om twee weken te duren, werd het na slechts zes dagen vroegtijdig beëindigd. Dit kwam door de extreme en onvoorziene reacties van de deelnemers, zowel van de “bewakers” als de “gevangenen”, wat leidde tot een ethische crisis binnen het onderzoek.
3. Deelnemers werden willekeurig toegewezen aan rollen
De 24 deelnemers aan het experiment, allemaal mannelijke studenten die als psychologisch stabiel werden beoordeeld, werden willekeurig toegewezen aan de rol van bewaker of gevangene. Niemand wist van tevoren welke rol hij zou krijgen, wat ervoor zorgde dat de rollen puur op de omstandigheden waren gebaseerd, niet op persoonlijkheid.
4. Het vond plaats in de kelder van Stanford’s psychologiegebouw
Zimbardo en zijn team veranderden de kelder van het psychologiegebouw van Stanford in een geïmproviseerde gevangenis. Ze gebruikten cellen, bewakersposten en zelfs een isoleercel om de setting zo realistisch mogelijk te maken. De deelnemers moesten zich volledig inleven in hun rollen, wat de situatie alleen maar verergerde.
5. De “gevangenen” werden gearresteerd door echte politie
Om de ervaring zo authentiek mogelijk te maken, werden de “gevangenen” door echte politieagenten gearresteerd. Ze werden in de boeien geslagen, naar een politiebureau gebracht en daarna overgebracht naar de Stanford “gevangenis”. Dit versterkte het gevoel van machteloosheid onder de gevangenen vanaf het begin van het experiment.
6. De bewakers begonnen snel machtsmisbruik te vertonen
Binnen enkele dagen begonnen de “bewakers” hun macht te misbruiken. Ze onderwierpen de gevangenen aan psychologische marteling, zoals het verplichten tot vernederende taken, het verbieden van slaap, en het uitdelen van willekeurige straffen. Dit gedrag ontwikkelde zich, ondanks dat de bewakers geen duidelijke instructies hadden gekregen over hoe ze zich moesten gedragen.
7. De gevangenen ervoeren extreme stress en angst
De “gevangenen” begonnen al snel tekenen van extreme stress, angst, en depressie te vertonen. Sommigen kregen emotionele instortingen en moesten vroegtijdig het experiment verlaten. Eén deelnemer werd al na 36 uur vrijgelaten vanwege ernstige emotionele problemen, wat de ernst van de situatie onderstreepte.
8. Het experiment onthulde de kracht van situationele krachten
Een van de belangrijkste lessen uit het Stanford-experiment is dat situationele krachten en omgevingen een diepgaande invloed kunnen hebben op het gedrag van mensen. Zelfs gewone, gezonde mensen kunnen in een autoritaire situatie onmenselijk gedrag vertonen, simpelweg omdat de omstandigheden hen ertoe dwingen.
9. Zimbardo zelf raakte te veel betrokken bij het experiment
Zimbardo speelde de rol van gevangenisdirecteur en raakte zo betrokken bij het experiment dat hij de ethische grenzen van zijn rol uit het oog verloor. Hij stond het misbruik toe en verzuimde om in te grijpen toen de situatie uit de hand liep, wat later ernstige kritiek opleverde van zowel zijn collega’s als het bredere wetenschappelijke publiek.
10. De interventie van Christina Maslach beëindigde het experiment
Het was Christina Maslach, een jonge psycholoog en de latere vrouw van Zimbardo, die het experiment stopte. Toen zij de gevangenis bezocht en getuige was van het misbruik, was ze geschokt door wat ze zag en confronteerde ze Zimbardo met de onethische situatie. Haar interventie leidde tot de vroegtijdige beëindiging van het experiment.
11. Het experiment werd bekritiseerd om ethische redenen
Het Stanford gevangenisexperiment wordt beschouwd als een van de meest controversiële psychologische studies ooit vanwege de ernstige ethische overtredingen. Veel critici beweren dat het experiment nooit had mogen plaatsvinden en dat de schade die de deelnemers hebben opgelopen niet gerechtvaardigd was door de wetenschappelijke inzichten die het opleverde.
12. Het experiment heeft invloed gehad op ethische richtlijnen voor psychologie
De impact van het Stanford-experiment leidde tot de herziening van de ethische richtlijnen in de psychologie. Tegenwoordig zijn er veel strengere regels voor experimenten waarbij menselijke deelnemers betrokken zijn, zoals het vereisen van geïnformeerde toestemming, het minimaliseren van schade, en het voorzien in de mogelijkheid om op elk moment vrijwillig te stoppen.
13. Het experiment wordt vaak vergeleken met echte gevangenissen
Na het experiment werd het gedrag van de deelnemers vergeleken met dat in echte gevangenissen. Onderzoekers hebben opgemerkt dat het gedrag van de “bewakers” in het Stanford-experiment sterk lijkt op dat van bewakers in beruchte gevangenissen zoals Abu Ghraib, waar vergelijkbare machtsmisstanden en misbruik plaatsvonden.
14. Het Stanford-experiment heeft geleid tot vele films en documentaires
Het Stanford gevangenisexperiment heeft geleid tot meerdere films, documentaires, en toneelstukken die de gebeurtenissen opnieuw verbeelden. Een van de bekendste verfilmingen is “The Stanford Prison Experiment” uit 2015, die het verloop van het experiment en de ethische dilemma’s benadrukt. Ook documentaires zoals “Quiet Rage”, gemaakt door Zimbardo zelf, proberen inzicht te geven in de psychologie achter de gebeurtenissen.
15. Het experiment blijft een klassiek voorbeeld van het Lucifer-effect
Zimbardo publiceerde in 2007 zijn boek “The Lucifer Effect”, waarin hij de resultaten van het experiment verder verkende. Het boek onderzoekt hoe normale mensen onder de juiste omstandigheden in staat zijn tot immoreel en destructief gedrag. Het experiment wordt vaak gebruikt om te laten zien hoe systeem- en machtsdynamieken goedwillende individuen kunnen corrumperen.