Slangen fascineren al eeuwenlang. Ze spelen een rol in mythologie, religie en nachtmerries, en worden tegelijkertijd bewonderd om hun elegantie en efficiëntie.
Van reusachtige boa’s tot piepkleine gifslangen, hier zijn 13 verrassende weetjes over een van de meest tot de verbeelding sprekende dieren op aarde.
1. Slangen hebben geen oogleden
Slangen kunnen niet knipperen, omdat ze geen oogleden hebben. In plaats daarvan wordt hun oog beschermd door een doorzichtige schub, de zogenaamde brillenschaal. Deze vervelt mee met hun huid.
2. Ze horen met hun kaak
Slangen hebben geen uitwendige oren, maar ze voelen trillingen via hun onderkaak. Die staat in verbinding met het binnenoor en vangt bewegingen in de grond op, zoals voetstappen van prooien of roofdieren.
3. Er bestaan meer dan 4.000 soorten
Slangen zijn ongelooflijk divers. Wereldwijd zijn er meer dan 4.000 soorten bekend, van kleine wormslangen van minder dan 10 centimeter tot de reusachtige netpython van meer dan 6 meter lang.
4. Niet alle slangen zijn giftig
Slechts een klein percentage van de slangensoorten is giftig voor mensen. De meeste slangen gebruiken kracht, camouflage of snelheid als verdedigingsmiddel in plaats van gif. Veel mensen overschatten het gevaar van slangen.
5. Sommige slangen kunnen “vliegen”
Een paar slangensoorten uit Zuidoost-Azië, zoals de paradijsslang, kunnen ‘vliegen’ door zich van boomtoppen te laten vallen en hun lichaam te spreiden. Ze zweven tot wel 100 meter ver.
6. Slangen slikken hun prooi in één keer door
Slangen kauwen niet. Dankzij hun flexibele schedel en kaken kunnen ze hun bek extreem ver openen en prooien doorslikken die veel groter zijn dan hun eigen kop. Na een grote maaltijd kunnen ze dagen tot zelfs weken zonder eten.
7. Ze vervellen meerdere keren per jaar
Omdat hun huid niet meegroeit, moeten slangen regelmatig vervellen. Daarbij schuiven ze hun oude huid in één keer af, als een soort kous. Vooraf worden hun ogen dof, en daarna komt de frisse huid tevoorschijn.
8. Sommige slangen zijn levendbarend
Hoewel veel slangen eieren leggen, zijn er ook soorten – zoals de anaconda en sommige adderachtigen – die levendbarend zijn. De eieren komen in het lichaam van het vrouwtje al uit voordat de jongen ter wereld komen.
9. De inlandtaipan is de giftigste slang ter wereld
De inlandtaipan uit Australië heeft het krachtigste slangengif dat bekend is. Eén beet kan tot 100 mensen doden, maar gelukkig is deze slang extreem schuw en bijt hij zelden mensen.
10. Slangen gebruiken hun tong om te ruiken
Slangen steken hun gespleten tong uit om geurdeeltjes op te vangen. Die brengen ze naar het orgaan van Jacobson in hun gehemelte, dat helpt bij het bepalen van richting en geur – essentieel bij jagen of navigeren.
11. Sommige slangen kunnen maanden zonder eten
Bijvoorbeeld koningspythons kunnen in gevangenschap tot wel zes maanden zonder voedsel overleven. In het wild passen veel slangen hun stofwisseling aan aan het seizoen en schaarste van prooien.
12. Slangen kunnen niet achteruit bewegen
De spieren en schubben van een slang zijn zo ingericht dat ze alleen vooruit kunnen bewegen. Ze kronkelen zich voort met behulp van hun buikspieren en speciale schubben die grip bieden.
13. De langste slang ooit gemeten was ruim 10 meter
Een netpython in Indonesië, genaamd Medusa, werd ruim 10 meter lang en woog meer dan 135 kilo. Hoewel verhalen over gigantische slangen vaak overdreven zijn, bestaan er dus echt indrukwekkende exemplaren.
Slangen zijn mysterieuze, indrukwekkende dieren die in vrijwel elk ecosysteem een belangrijke rol spelen. Ze zijn efficiënte roofdieren, meesterlijke overlevers en verrassend complex in hun gedrag. Of je ze nu bewondert of liever op afstand houdt, één ding is zeker: slangen zijn onmisbaar in de natuur én in de verbeelding van de mens.