Vleermuizen roepen vaak gemengde gevoelens op. Voor sommigen zijn ze mysterieuze en zelfs enge wezens van de nacht, geassocieerd met vampiers en donkere grotten. Voor anderen zijn het fascinerende en ecologisch cruciale dieren met unieke aanpassingen. Feit is dat vleermuizen een ongelooflijk diverse en succesvolle groep zoogdieren vormen met een aantal zeer bijzondere eigenschappen.

Hier zijn 10 interessante weetjes over deze gevleugelde nachtdieren.

1. Het zijn de enige zoogdieren die echt kunnen vliegen

Dit is misschien wel het meest fundamentele kenmerk: vleermuizen zijn de enige zoogdieren die in staat zijn tot actieve, duurzame vlucht.

Hun vleugels zijn geen verenconstructies zoals bij vogels, maar bestaan uit een dunne, flexibele huid (het patagium) die gespannen is tussen hun extreem verlengde vingerkootjes, hun lichaam, achterpoten en soms hun staart.

Andere ‘vliegende’ zoogdieren, zoals vliegende eekhoorns, kunnen alleen maar zweven.

2. De meeste soorten gebruiken echolocatie om te navigeren en jagen

De meeste vleermuissoorten (de microbats) navigeren en jagen in het donker met behulp van echolocatie. Ze stoten hoogfrequente geluiden uit (meestal via hun mond of neus), die voor het menselijk oor onhoorbaar zijn. De echo’s van deze geluiden die terugkaatsen van objecten en prooien worden opgevangen door hun gevoelige oren. Hiermee kunnen ze een gedetailleerd ‘geluidsbeeld’ van hun omgeving vormen, zelfs in totale duisternis.

Grote vleerhonden (megabats) gebruiken dit systeem meestal niet; zij vertrouwen op zicht en reuk.

3. Er is een enorme diversiteit aan soorten en maten

Vleermuizen vormen de op één na grootste orde van zoogdieren (na de knaagdieren), met meer dan 1400 erkende soorten wereldwijd. Deze soorten variëren enorm in grootte.

De kleinste is de Kitti’s varkensneusvleermuis (hommelvleermuis) uit Thailand, die slechts ongeveer 2 gram weegt en een spanwijdte van 15 cm heeft – het is een van de kleinste zoogdieren ter wereld.

De grootste zijn de grote vleerhonden (kalongs) met spanwijdtes tot 1,7 meter.

4. Hun dieet is zeer gevarieerd

Hoewel veel mensen bij vleermuizen aan insecteneters denken (en dat zijn de meeste soorten in gematigde streken ook), is het dieet binnen de groep zeer divers.

Er zijn vleermuizen die zich specialiseren in fruit (frugivoren), nectar en pollen (nectarivoren), vissen (piscivoren), kleine gewervelde dieren zoals kikkers, knaagdieren of vogels (carnivoren), en ja, er zijn zelfs drie soorten vampiervleermuizen in Latijns-Amerika die zich voeden met bloed (sanguinivoren).

5. Ze zijn cruciaal voor ecosystemen

Vleermuizen spelen een vitale rol in veel ecosystemen. Insectenetende vleermuizen verorberen enorme hoeveelheden insecten, waaronder veel landbouwplagen en muggen. Fruitetende vleermuizen zijn belangrijke zaadverspreiders die helpen bij de regeneratie van bossen. Nectar- en pollenetende vleermuizen zijn essentiële bestuivers voor honderden plantensoorten, waaronder commercieel belangrijke gewassen zoals bananen, mango’s, agave (voor tequila) en doerian.

6. Ze hangen ondersteboven om energie te besparen en snel te kunnen wegvliegen

Het typische beeld van een vleermuis is hangend aan zijn achterpoten. Deze houding heeft voordelen. Het kost hen nauwelijks energie omdat speciale pezen in hun poten het gewicht vergrendelen zonder spierinspanning. Bovendien kunnen ze vanuit deze positie direct wegvliegen door zich simpelweg te laten vallen en hun vleugels uit te slaan, wat een snelle ontsnapping mogelijk maakt bij gevaar.

7. Veel soorten houden een winterslaap of migreren

In koudere klimaten, waar insecten in de winter schaars zijn, hebben vleermuizen verschillende strategieën om te overleven. Veel soorten, zoals de grootoorvleermuis of de watervleermuis in Nederland, houden een winterslaap (hibernatie) in koele, vochtige en vorstvrije plekken zoals grotten, bunkers of kelders. Hun lichaamstemperatuur en stofwisseling dalen dan drastisch. Andere soorten, zoals de rosse vleermuis, migreren over lange afstanden naar warmere gebieden.

8. Ze kunnen relatief oud worden voor hun grootte

In vergelijking met andere kleine zoogdieren, zoals muizen of spitsmuizen, hebben vleermuizen een opvallend lange levensduur. Hoewel de gemiddelde levensduur per soort varieert, kunnen sommige kleine insectenetende vleermuizen wel 20 tot 30 jaar oud worden in het wild.

Een recordhouder is een Brandts vleermuis die in Siberië werd geringd en meer dan 41 jaar later werd teruggevonden.

9. Ze worden wereldwijd bedreigd

Veel vleermuispopulaties staan onder druk door menselijke activiteiten. Habitatverlies (ontbossing, verlies van oude gebouwen en grotten), verstoring van winterslaap- en kraamkolonies, het gebruik van pesticiden (waardoor hun voedsel verdwijnt of vergiftigd raakt), en ziektes zoals White-Nose Syndrome (WNS), een schimmelziekte die massale sterfte veroorzaakt in Noord-Amerika, vormen grote bedreigingen. Ook windturbines kunnen slachtoffers maken.

10. Ze hebben vaak een onterecht slechte reputatie

Vleermuizen worden vaak negatief geassocieerd met ziektes (zoals hondsdolheid of recenter coronavirussen) en volksverhalen over vampiers. Hoewel ze inderdaad dragers kunnen zijn van virussen (net als veel andere wilde dieren), is het risico op overdracht naar mensen zeer klein bij normaal contact (of gebrek daaraan).

Hun ecologische belang weegt vele malen zwaarder dan de potentiële risico’s. Educatie en bescherming zijn cruciaal.

Vleermuizen zijn een diverse en fascinerende groep zoogdieren met unieke aanpassingen zoals echte vlucht en echolocatie. Ze spelen een onmisbare rol in het in toom houden van insectenpopulaties, het bestuiven van planten en het verspreiden van zaden. Ondanks hun soms onterecht slechte reputatie en de vele bedreigingen waarmee ze worden geconfronteerd, verdienen deze nuttige en bijzondere nachtdieren onze bewondering en bescherming.

© 2025 by groei.media kvk: 30256107