Ledlampen zijn tegenwoordig overal. In huiskamers, auto’s, straatlantaarns en zelfs in de zaklamp van je telefoon. Ze zijn energiezuinig, gaan lang mee en worden nauwelijks warm. Maar het heeft decennia geduurd voordat deze techniek volwassen werd. Achter dat kleine lichtje schuilt een fascinerend verhaal van uitvinding, doorzettingsvermogen en innovatie.
Dit zijn 10 interessante weetjes over ledlampen, van hun bescheiden oorsprong tot hun moderne toepassingen.
1. De eerste led dateert uit 1962
De Amerikaan Nick Holonyak Jr. wordt vaak genoemd als de uitvinder van de eerste zichtbare led. Hij werkte destijds bij General Electric en ontwikkelde een lampje dat rood licht gaf. Zijn collega’s noemden het “het licht van de toekomst”, al duurde het nog tientallen jaren voordat leds echt in woningen verschenen.

2. Waarom leds vroeger geen wit licht konden geven
De eerste generaties leds gaven alleen rood, groen of geel licht. Blauw licht bestond nog niet, en zonder blauw was wit licht onmogelijk.
Pas in de jaren negentig slaagden Japanse onderzoekers erin om een stabiele blauwe led te maken. Dat leidde direct tot de ontwikkeling van witte leds, die het gebruik in verlichting mogelijk maakten.
3. De uitvinding van de blauwe led won een Nobelprijs
In 2014 ontvingen drie Japanse wetenschappers – Isamu Akasaki, Hiroshi Amano en Shuji Nakamura – de Nobelprijs voor Natuurkunde voor hun baanbrekende werk aan de blauwe led. Dankzij hun ontdekking konden leds wit licht produceren en werd de energierevolutie in verlichting pas echt op gang gebracht.
4. Leds werken heel anders dan gloeilampen
Een led is geen gloeidraad maar een halfgeleider die licht uitzendt zodra er elektrische stroom doorheen loopt. Dat proces heet elektroluminescentie. Daardoor is er geen warmteverlies zoals bij gloeilampen, die tot 90 procent van hun energie in warmte omzetten.
5. Ze gebruiken tot 85 procent minder energie
Vergeleken met traditionele gloeilampen zijn leds extreem zuinig. Een lamp die vroeger 60 watt verbruikte, kan nu worden vervangen door een led van slechts 8 watt met dezelfde lichtopbrengst. Dat scheelt flink op de energierekening én vermindert de CO₂-uitstoot. Wie overstapt op LED verlichting merkt al snel dat het niet alleen duurzamer is, maar ook prettiger licht geeft in huis of op kantoor.
6. Een led kan jarenlang meegaan
De levensduur van een gemiddelde ledlamp ligt tussen de 15.000 en 50.000 branduren. Dat betekent dat je sommige lampen pas na twintig jaar hoeft te vervangen. Ter vergelijking: een gloeilamp hield het meestal maar 1.000 uur vol.
7. De kleur van ledlicht is instelbaar
Moderne leds kunnen niet alleen wit licht geven, maar ook de kleurtemperatuur variëren van warmgeel tot koelblauw. Slimme verlichting zoals Philips Hue of Ikea Tradfri maakt het zelfs mogelijk om via een app de sfeer in een kamer te veranderen met één tik.
In winkels en galerijen wordt vaak gebruikgemaakt van railverlichting, waarbij meerdere ledspots aan een rail zijn bevestigd. Zo kun je gericht licht plaatsen en de uitstraling flexibel aanpassen.
8. Ze zitten inmiddels in bijna alles
Leds vind je tegenwoordig niet alleen in lampen, maar ook in televisies, verkeerslichten, koplampen, beeldschermen en zelfs medische apparatuur. Omdat ze klein, robuust en zuinig zijn, hebben ze talloze andere lichtbronnen vervangen.
9. Er bestaan ook microleds en oleds
De technologie achter leds blijft zich ontwikkelen. Microleds zijn piepkleine varianten met een nog betere helderheid en levensduur. Oleds (organische leds) gebruiken dunne, flexibele lagen die licht geven zonder achtergrondverlichting. Ze worden vooral gebruikt in moderne smartphones en televisies.
Ledlampen zijn een mooi voorbeeld van hoe technologie zich ontwikkelt van een klein rood lampje tot een wereld veranderende innovatie. Ze hebben onze manier van verlichten compleet veranderd en laten zien dat vooruitgang niet altijd groot hoeft te zijn: soms begint het met een enkel straaltje licht.