Judas Iskariot is een van de meest tragische en controversiële figuren uit de Bijbel. Als een van de twaalf door Jezus gekozen apostelen, behoorde hij tot de innerlijke kring, maar zijn naam is voor altijd verbonden aan verraad.
Zijn daad – het overleveren van Jezus aan de autoriteiten – en zijn motieven zijn al eeuwenlang onderwerp van discussie, theologische interpretatie en artistieke verbeelding.
1. Judas was een van de oorspronkelijke twaalf apostelen
Het is cruciaal om te beseffen dat Judas niet zomaar een willekeurige volgeling was; hij werd door Jezus zelf uitgekozen als een van de twaalf apostelen. Deze twaalf vormden de meest intieme groep leerlingen die Jezus vergezelden tijdens zijn prediking, getuige waren van zijn wonderen en onderricht van hem ontvingen.
Judas deelde dus in deze bijzondere positie en het vertrouwen dat Jezus in zijn apostelen stelde, wat zijn latere verraad des te pijnlijker en schokkender maakt.
2. De betekenis van zijn bijnaam ‘Iskariot’ is onzeker
De bijnaam ‘Iskariot’ wordt gebruikt om hem te onderscheiden van de andere apostel genaamd Judas (Judas Thaddeüs). De meest gangbare verklaring is dat ‘Iskariot’ verwijst naar zijn afkomst: ‘man uit Kerioth’, een plaats in Judea. Dit zou hem de enige apostel maken die niet uit Galilea kwam.
Andere, minder waarschijnlijke theorieën suggereren een verband met de Sicariërs (een groep Joodse opstandelingen) of een afleiding van een Aramees woord voor ‘leugenaar’ of ‘verrader’, hoewel dat laatste waarschijnlijk een latere interpretatie is.
3. Hij was de beheerder van de geldbeurs van de groep
Het Evangelie volgens Johannes vermeldt specifiek dat Judas verantwoordelijk was voor de gezamenlijke geldbeurs van Jezus en de apostelen. Hij beheerde de financiën en deed de inkopen.
Johannes voegt er echter kritisch aan toe dat Judas een dief was en geld uit de kas zou hebben gestolen. Deze rol als penningmeester wordt soms aangevoerd als mogelijke voedingsbodem voor zijn latere verraad uit hebzucht.
4. Judas sloot een overeenkomst met de hogepriesters om Jezus uit te leveren
De evangeliën beschrijven hoe Judas naar de Joodse religieuze leiders (de hogepriesters en schriftgeleerden) ging en aanbood om Jezus aan hen over te leveren. Zij waren op zoek naar een manier om Jezus te arresteren zonder opschudding te veroorzaken onder het volk, vooral tijdens het drukke Pesachfeest. Judas bood hen deze gelegenheid door een geschikt moment en een locatie voor de arrestatie aan te wijzen.
5. De prijs voor het verraad was dertig zilverstukken
Volgens het Evangelie volgens Matteüs kwamen Judas en de hogepriesters overeen dat hij dertig zilverstukken zou ontvangen voor zijn medewerking. Dit bedrag wordt vaak gezien als symbolisch en mogelijk een verwijzing naar een profetie in het Oudtestamentische boek Zacharia (11:12-13), waar dertig zilverstukken worden genoemd als de prijs voor een herder. Het bedrag werd in die tijd ook beschouwd als de compensatieprijs voor een slaaf die door een os was gedood.
6. Het teken van verraad was een kus
Om Jezus te identificeren voor de soldaten en wachters die hem kwamen arresteren in de Hof van Gethsemane, gebruikte Judas een vooraf afgesproken teken: een kus. Hij liep op Jezus af, begroette hem met ‘Rabbi!’ en kuste hem.
Deze intieme handeling, normaal een teken van genegenheid en respect, werd hierdoor een symbool van het ultieme verraad. Jezus’ reactie, volgens de evangeliën, was er een van berusting en kennis van wat er gebeurde.
7. Zijn motieven voor het verraad blijven onderwerp van debat
Waarom verraadde Judas Jezus? De Bijbel zelf en latere interpretaties bieden verschillende mogelijke motieven, en de exacte reden blijft onduidelijk.
Hebzucht (de dertig zilverstukken) wordt expliciet genoemd. Andere theorieën suggereren politieke desillusie (Judas verwachtte misschien een politieke Messias die de Romeinen zou verdrijven), jaloezie, invloed van Satan (Lucas en Johannes vermelden dat Satan bezit van hem nam), of zelfs een misplaatst geloof dat hij Jezus tot actie kon dwingen.
Sommige theologen zien zijn daad als een noodzakelijk onderdeel van Gods heilsplan.
8. Judas toonde berouw na de veroordeling van Jezus
Het Evangelie volgens Matteüs beschrijft dat Judas spijt kreeg toen hij zag dat Jezus ter dood veroordeeld was. Hij probeerde de dertig zilverstukken terug te geven aan de hogepriesters en oudsten, zeggende: ‘Ik heb gezondigd, ik heb onschuldig bloed verraden!’ De leiders weigerden echter het geld terug te nemen. Dit berouw, hoewel te laat, voegt een laag van complexiteit toe aan zijn personage.
9. Er zijn twee verschillende verslagen over zijn dood
De Bijbel bevat twee verschillende beschrijvingen van het einde van Judas’ leven. Volgens Matteüs wierp Judas de zilverstukken in de tempel, ging weg en verhing zichzelf. De hogepriesters kochten met dat ‘bloedgeld’ een akker om vreemdelingen te begraven, die bekend werd als ‘Bloedakker’.
Volgens het boek Handelingen (geschreven door Lucas) kocht Judas zelf een akker met het geld, maar viel hij voorover, barstte open en kwamen zijn ingewanden naar buiten. Pogingen om deze verslagen te harmoniseren blijven speculatief.
10. Zijn plaats als apostel werd ingenomen door Mattias
Na de hemelvaart van Jezus vonden de overgebleven elf apostelen het noodzakelijk om de plaats van Judas weer op te vullen om het getal twaalf (symbolisch voor de twaalf stammen van Israël) te herstellen.
Volgens het boek Handelingen werden twee kandidaten voorgesteld, en door het lot werd Mattias gekozen als de nieuwe twaalfde apostel om getuige te zijn van Jezus’ bediening en opstanding.
11. Er bestaat een ‘Evangelie van Judas’, maar het is niet Bijbels
In de 20e eeuw werd een oude Koptische tekst herontdekt, bekend als het Evangelie van Judas. Dit is een gnostisch geschrift uit de 2e of 3e eeuw na Christus en behoort niet tot de canonieke boeken van de Bijbel.
Het portretteert Judas op een heel andere manier: niet als een verrader, maar als de meest verlichte apostel die Jezus hielp zijn aardse lichaam af te werpen op diens eigen verzoek. Deze tekst biedt een fascinerende, zij het heterodoxe, kijk op de figuur Judas.
12. Judas is een blijvend symbool van verraad en trouweloosheid
Door de eeuwen heen is de naam ‘Judas’ synoniem geworden met verraad, trouweloosheid en bedrog. Hij wordt vaak afgebeeld als de ultieme verrader in kunst en literatuur (denk aan Dante’s Inferno, waar hij in de diepste cirkel van de hel zit).
De ‘judaskus’ is een uitdrukking geworden voor een daad van verraad vermomd als vriendschap. Zijn verhaal blijft een krachtige en waarschuwende parabel.
Judas Iskariot blijft een van de meest raadselachtige en tragische figuren in de Bijbel. Als gekozen apostel die zijn meester verraadde, roept zijn verhaal blijvende vragen op over motieven, spijt, goddelijke voorzienigheid en menselijke zwakheid. De verschillende Bijbelse verslagen en latere interpretaties bieden geen eenduidig antwoord, waardoor Judas een figuur blijft die zowel veroordeling als een zekere mate van tragisch mededogen oproept, en ons uitdaagt na te denken over de aard van loyaliteit, geloof en verraad.”