Epicurus (341-270 v.Chr.) was een Griekse filosoof uit de Hellenistische periode en stichter van de naar hem vernoemde school, het epicurisme. In tegenstelling tot het alledaagse begrip van ‘epicurisme’ als louter genotzucht, was zijn filosofie gericht op het bereiken van een gelukkig en rustig leven (ataraxia) door middel van gematigd genot, vriendschap en het vermijden van pijn en angst.

1. Ataraxia: Het doel is gemoedsrust

Het hoogste doel van het leven was volgens Epicurus ‘ataraxia‘: een staat van duurzame gemoedsrust, vrij van angst, pijn en verstoring. Dit werd bereikt door inzicht in de werking van de wereld en het beheersen van verlangens.

Geluk was niet het najagen van intense, kortstondige genoegens, maar een stabiele, serene toestand van welzijn.

2. Genot (Hèdonè) als hoogste goed, maar met mate

Epicurus stelde dat genot (Grieks: hèdonè) het begin en einde is van een gelukkig leven. Hiermee bedoelde hij echter niet ongebreidelde lust of luxe, maar eerder het *afwezig zijn van pijn* in het lichaam (aponia) en *verstoring* in de geest (ataraxia).

Hij maakte onderscheid tussen:

  • Natuurlijke en noodzakelijke verlangens: Basisbehoeften zoals voedsel, water, onderdak, vriendschap. Deze moeten bevredigd worden.
  • Natuurlijke maar niet-noodzakelijke verlangens: Luxe eten, seksueel genot. Deze kunnen met mate genoten worden, maar zijn niet essentieel en kunnen tot onrust leiden.
  • Niet-natuurlijke en niet-noodzakelijke verlangens: Verlangens naar rijkdom, macht, roem. Deze zijn leeg, onbegrensd en moeten worden vermeden omdat ze angst en frustratie veroorzaken.

Het ging dus om simpel, duurzaam genot en tevredenheid.

3. De ‘Tuin’ (Kèpos): Filosofie in afzondering

Epicurus stichtte zijn school, bekend als ‘De Tuin’ (Kèpos), net buiten de stadsmuren van Athene. Het was een gemeenschap waar hij en zijn volgelingen zich terugtrokken uit het drukke publieke en politieke leven.

In deze rustige omgeving leefden ze eenvoudig, bestudeerden filosofie en cultiveerden vriendschap. Opmerkelijk voor die tijd was dat ook vrouwen en slaven werden toegelaten tot de Kèpos.

4. Vriendschap als hoogste genot

Voor Epicurus was vriendschap (philia) een van de belangrijkste ingrediënten voor een gelukkig leven, misschien wel het grootste genot van allemaal. Echte vrienden bieden veiligheid, vertrouwen, steun en gedeeld plezier.

Hij geloofde dat een leven omringd door betrouwbare vrienden essentieel was voor het bereiken en behouden van ataraxia. De gemeenschap in de Tuin was gebaseerd op deze waarde.

5. Materialisme en Atomisme

Epicurus’ natuurfilosofie was materialistisch en atomistisch, grotendeels gebaseerd op het werk van Democritus. Hij geloofde dat het universum uitsluitend bestaat uit atomen (ondeelbare deeltjes) en lege ruimte.

Alles, inclusief de ziel, is opgebouwd uit atomen. De ziel is sterfelijk en valt uiteen bij de dood. Dit materialistische wereldbeeld was bedoeld om angst voor de dood en voor goddelijke interventie weg te nemen.

6. Goden bestaan, maar bemoeien zich niet met de mens

Epicurus ontkende het bestaan van goden niet, maar hij geloofde dat ze volmaakte, onsterfelijke wezens waren die in een staat van perfecte ataraxia leefden in de ‘intermundia’ (ruimtes tussen de werelden). Ze waren volledig onverschillig ten opzichte van menselijke aangelegenheden.

Omdat de goden zich niet met de wereld bemoeien, hoeven mensen hen niet te vrezen of offers te brengen om hun gunst te winnen. Angst voor goddelijke straf of interventie is ongegrond.

7. De dood is niets voor ons

Een van Epicurus’ bekendste argumenten is gericht op het wegnemen van de angst voor de dood. Hij redeneerde als volgt: de dood is de afwezigheid van bewustzijn en gevoel. Zolang wij bestaan, is de dood er niet; en wanneer de dood er is, bestaan wij niet meer.

Daarom is de dood ‘niets voor ons’ – het is geen ervaring die we kunnen meemaken of waar we last van kunnen hebben. Angst voor de dood is dus irrationeel en een bron van onnodige verstoring.

8. Tetrapharmakos: Het vierdelige medicijn

De kern van Epicurus’ leer wordt vaak samengevat in de ‘Tetrapharmakos’ (het vierdelige medicijn), een recept voor een gelukkig leven:

  1. Vrees de goden niet.
  2. Maak je geen zorgen over de dood.
  3. Wat goed is, is gemakkelijk te verkrijgen (simpele, natuurlijke genoegens).
  4. Wat verschrikkelijk is, is gemakkelijk te verdragen (pijn is ofwel hevig maar kort, ofwel langdurig maar mild).

Door deze principes te begrijpen en toe te passen, kon men ataraxia bereiken.

Epicurus bood een filosofie aan die gericht was op het bereiken van innerlijke rust en geluk in dit leven, door middel van rede, gematigdheid en het cultiveren van vriendschap. Hoewel vaak verkeerd begrepen als een pleidooi voor plat hedonisme, was zijn leer juist een zoektocht naar duurzaam welzijn door het minimaliseren van pijn en angst. Zijn ideeën over genot, de dood en de rol van de goden blijven relevant voor discussies over ethiek en een goed leven.

© 2025 by groei.media kvk: 30256107