Maurits Cornelis Escher, beter bekend als M.C. Escher, was een Nederlandse graficus die beroemd werd door zijn onmogelijke constructies, oneindige patronen en optische illusies. Zijn werk blijft wereldwijd mensen verbazen en inspireren door zijn unieke manier van het combineren van kunst en wiskunde. Hier zijn tien fascinerende weetjes over M.C. Escher die je misschien nog niet wist.
1. Escher was geen wiskundige, maar zijn werk inspireerde wiskundigen
Hoewel Escher geen formele wiskundige achtergrond had, raakte hij gefascineerd door wiskundige concepten zoals symmetrie, oneindigheid en ruimtelijke paradoxen. Zijn werk wordt vaak gebruikt als voorbeeld in wiskunde, en hij werd een inspiratiebron voor wiskundigen. Ze bewonderden zijn vermogen om complexe wiskundige ideeën visueel weer te geven, zelfs zonder wiskundige training.
2. Hij werd oorspronkelijk opgeleid tot architect
Escher studeerde aanvankelijk architectuur aan de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten in Haarlem, maar hij stapte al snel over naar de grafische kunsten onder invloed van zijn leraar, Samuel Jessurun de Mesquita. Zijn interesse in architectuur en geometrie bleef echter zichtbaar in veel van zijn latere werk, vooral in zijn fascinatie voor onmogelijke structuren.
3. Zijn beroemdste werken bevatten optische illusies
Escher staat wereldwijd bekend om zijn werk met optische illusies en onmogelijke constructies. Werken zoals “Relativiteit” (1953) en “Klimmen en Dalen” (1960) spelen met de wetten van zwaartekracht en perspectief, waardoor de kijker in de war raakt en gedwongen wordt om anders naar de realiteit te kijken. Zijn gebruik van oneindigheid en paradoxen maakte zijn werk uniek en meeslepend.
4. Escher liet zich inspireren door islamitische kunst
Tijdens een reis naar het Alhambra in Spanje in de jaren 20 raakte Escher gefascineerd door de geometrische patronen en symmetrieën in de islamitische kunst. Dit bezoek had een grote invloed op zijn latere werk. De complexe tegelpatronen die hij daar zag, inspireerden hem om zijn eigen patronen te ontwerpen die zijn kenmerkende gebruik van regelmatige vlakvullingen zouden vormen.
5. Escher gebruikte vaak “onmogelijke objecten” in zijn werk
Escher was gefascineerd door het concept van onmogelijke objecten, zoals de Penrose-driehoek en onmogelijke trappen, die je in het echte leven niet kunt bouwen maar die op papier geloofwaardig lijken. Deze figuren werden centraal in werken zoals “Waterval” (1961), waarin water lijkt te stromen in een eeuwige cirkel zonder dat het ooit naar beneden valt.
6. Hij maakte meer dan 400 litho’s en houtsneden
Gedurende zijn carrière creëerde Escher meer dan 400 litho’s, houtsneden en gravures. Hoewel hij ook schilderijen en tekeningen maakte, zijn het vooral zijn gedetailleerde prenten die hem beroemd maakten. Elk werk toont zijn uitzonderlijke vaardigheid in precisie, waarbij elk detail zorgvuldig wordt ontworpen om de kijker te intrigeren en verwonderen.
7. Hij was gefascineerd door de concepten van oneindigheid en metamorfose
Escher verkende vaak het idee van oneindigheid, waarbij hij patronen en figuren herhaalde die geleidelijk van vorm veranderden. Een goed voorbeeld hiervan is zijn werk “Metamorphose II” (1939-1940), een prent waarin beelden van dieren, schaakstukken en geometrische vormen naadloos in elkaar overgaan. Deze fascinatie voor overgang en transformatie maakte hem beroemd om zijn artistieke precisie en visie.
8. Zijn werk werd pas laat echt erkend
Hoewel Escher nu wereldwijd wordt erkend als een van de grootste grafische kunstenaars, kwam zijn populariteit pas echt op gang in de jaren 60, toen zijn werk werd ontdekt door de popcultuur en wetenschappelijke kringen. Zijn werk werd in de jaren 60 en 70 vooral geliefd bij mensen die geïnteresseerd waren in psychedelische kunst en wiskundige principes.
9. Hij liet zich inspireren door de natuur
Hoewel veel van Eschers werk wordt geassocieerd met geometrische en wiskundige concepten, liet hij zich ook vaak inspireren door de natuur. Hij maakte veel gebruik van vormen zoals hagedissen, vogels en vissen in zijn werk, vooral in zijn regelmatige vlakvullingen. Deze organische vormen, gecombineerd met zijn wiskundige patronen, gaven zijn werk een unieke balans tussen het natuurlijke en het abstracte.
10. Escher werd vaak vergeleken met surrealisten, maar hij wees deze vergelijking af
Hoewel Eschers werk vaak werd vergeleken met de surrealistische kunst van kunstenaars zoals Salvador Dalí, beschouwde hij zichzelf niet als een surrealist. Hij vond dat zijn werk niet voortkwam uit het onbewuste of dromen, maar juist uit logica en wiskunde. Zijn aanpak was gebaseerd op orde en symmetrie, in plaats van de chaotische, droomachtige beelden die vaak geassocieerd worden met de surrealistische beweging.