Cavia’s zijn misschien klein, maar ze hebben een groot karakter. Deze sociale knaagdieren zijn al eeuwenlang geliefde huisdieren vanwege hun zachte vacht, vrolijke geluidjes en nieuwsgierige aard. Toch weten veel mensen verrassend weinig over hun gedrag, oorsprong en verzorging.

Dit zijn 10 leuke en leerzame weetjes over cavia’s, de gezellige bewoners van zoveel huiskamers.

1. Cavia’s komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika

De voorouders van onze tamme cavia’s leefden in het Andesgebergte in landen als Peru, Bolivia en Ecuador. Daar werden ze al meer dan 3000 jaar geleden gehouden door inheemse volkeren, niet als huisdier, maar als voedselbron. Pas in de 16e eeuw brachten Spaanse ontdekkingsreizigers de eerste cavia’s mee naar Europa.

2. Ze zijn geen familie van ratten of muizen

Hoewel veel mensen denken dat cavia’s gewone knaagdieren zijn, horen ze tot een eigen familie binnen de orde van de knaagdieren: de Caviidae. Ze zijn dus niet direct verwant aan hamsters, muizen of ratten. Hun bouw en gedrag lijken zelfs meer op die van kleine varkentjes dan op andere knagers.

3. De naam ‘cavia’ is eigenlijk een vergissing

De Nederlandse naam komt van het Portugese woord caviea, dat oorspronkelijk verwees naar Guinee, waar men dacht dat de dieren vandaan kwamen. In het Engels heet de cavia guinea pig, oftewel Guinees biggetje, terwijl ze niets met varkens of Guinee te maken hebben.

4. Cavia’s kunnen niet goed klimmen of springen

In tegenstelling tot hamsters en muizen zijn cavia’s geen acrobaten. Hun poten zijn kort en hun lichaam is stevig gebouwd, waardoor ze liever op de grond blijven. Hun kooien moeten dus vooral ruim en veilig zijn, maar niet hoog. Ze houden van tunnels, schuilplekjes en zachte bodembedekking.

5. Ze praten de hele dag door

Cavia’s zijn erg communicatief en gebruiken allerlei geluiden om met elkaar en met mensen te praten. Ze piepen van enthousiasme als ze eten horen aankomen, brommen zachtjes als ze tevreden zijn en fluiten hoog als ze aandacht willen. Elk geluid heeft een eigen betekenis.

6. Ze leven niet graag alleen

Cavia’s zijn echte groepsdieren. In het wild leven ze in kleine kuddes, en ook als huisdier voelen ze zich veiliger en gelukkiger met soortgenoten. Een cavia alleen houden kan leiden tot stress en een kortere levensduur. Twee of drie cavia’s samen is dus de beste keuze.

7. Ze hebben elke dag vitamine C nodig

Net als mensen kan een cavia zelf geen vitamine C aanmaken. Zonder extra aanvulling kunnen ze ziek worden (scheurbuik). Daarom is dagelijks verse groente belangrijk, zoals paprika, andijvie of broccoli. Er bestaan ook speciale caviavoeders met extra vitamine C.

8. Ze hebben een bijzonder gebit

Cavia’s hebben 20 tanden die hun hele leven doorgroeien. Door voortdurend te knagen op hooi en harde groente slijten hun tanden vanzelf op de juiste lengte af. Te weinig knaagmateriaal kan leiden tot tandproblemen, waardoor ze moeilijk kunnen eten.

9. Er bestaan tientallen rassen en vachtsoorten

Van de gladharige gladhaar tot de wilde kruin van de borstelcavia en de lange lokken van de sheltie: er zijn talloze variaties. Ook de kleuren lopen uiteen van effen wit tot driekleurig bruin en zwart. Elk ras heeft zijn eigen karakter en verzorging, vooral bij langharige soorten.

10. Een gezonde cavia kan verrassend oud worden

Met goede verzorging, gezond voer en voldoende gezelschap kan een cavia wel 8 tot 10 jaar oud worden. Dat is langer dan veel mensen denken. Regelmatige dierenartscontroles, veel hooi en een schone leefomgeving maken het verschil tussen een kort en een lang, gelukkig cavia-leven.

Cavia’s zijn zachtaardige, sociale dieren die vooral opvallen door hun vrolijke aard en lage stressdrempel. Ze vragen aandacht en verzorging, maar geven daar veel gezelschap voor terug. Wie eenmaal het gezellige gepiep van een cavia gewend is, kan zich geen huis zonder voorstellen.

© 2025 by groei.media kvk: 30256107