Muhammad Ali is zonder twijfel een van de grootste en meest iconische sportfiguren in de geschiedenis. Niet alleen vanwege zijn buitengewone bokstalent, maar ook vanwege zijn charisma, politieke standpunten en activisme. Zijn invloed reikt veel verder dan de sportwereld, en zijn nalatenschap blijft tot op de dag van vandaag voortleven.
1. Zijn echte naam was Cassius Clay
Muhammad Ali werd geboren als Cassius Marcellus Clay Jr. op 17 januari 1942 in Louisville, Kentucky. In 1964, na het winnen van de wereldtitel zwaargewicht, bekeerde hij zich tot de islam en veranderde hij zijn naam in Muhammad Ali. Hij beschouwde zijn geboortenaam als een “slavennaam” en weigerde deze nog te gebruiken.
2. Hij ontdekte boksen na een gestolen fiets
Ali’s interesse in boksen begon op 12-jarige leeftijd, toen zijn rode fiets werd gestolen. Hij was woedend en wilde de dief in elkaar slaan, maar een politieagent, Joe Martin, die ook bokscoach was, adviseerde hem om eerst te leren vechten. Dit leidde tot zijn eerste bokstraining en de rest is geschiedenis.
3. Hij werd op 18-jarige leeftijd Olympisch kampioen
In 1960 won Muhammad Ali Olympisch goud in de lichtzwaargewichtklasse op de Olympische Spelen in Rome. Na zijn overwinning werd hij in Amerika als een held onthaald. Later beweerde Ali dat hij zijn gouden medaille in een rivier had gegooid, uit protest tegen racisme in de VS.
4. Hij was beroemd om zijn trash talk
Ali was een meester in psychologische oorlogsvoering. Hij provoceerde zijn tegenstanders met scherpe oneliners en rijmende uitspraken zoals “Float like a butterfly, sting like a bee”. Zijn zelfvertrouwen en bravoure maakten hem een unieke en geliefde figuur binnen en buiten de sport.
5. Hij werd wereldkampioen op 22-jarige leeftijd
In 1964 stond de jonge Ali tegenover de regerende wereldkampioen zwaargewicht, Sonny Liston. Vrijwel niemand gaf hem een kans, maar Ali won op spectaculaire wijze. Liston kwam niet meer uit zijn hoek in de zevende ronde, en Ali riep: “I am the greatest!”
6. Hij weigerde te vechten in de Vietnamoorlog
In 1967 werd Ali opgeroepen voor militaire dienst in de Vietnamoorlog, maar hij weigerde te gaan. Hij verklaarde: “I ain’t got no quarrel with them Viet Cong” en verwees naar zijn religieuze overtuigingen als reden om de dienst te weigeren.
Dit leidde tot zijn veroordeling voor dienstweigering, een boete van $10.000, en het verlies van zijn bokstitel. Hij mocht bijna vier jaar niet boksen en werd een symbool van protest tegen de oorlog en raciale ongelijkheid.
7. Zijn terugkeer in de ring werd legendarisch
Na zijn schorsing keerde Ali in 1970 terug naar het boksen. In 1971 vocht hij een legendarische wedstrijd tegen Joe Frazier, bekend als de “Fight of the Century”. Hoewel hij deze verloor, bleef hij vastbesloten en won later de wereldtitel terug.
8. De “Rumble in the Jungle” was een van de grootste gevechten ooit
In 1974 vocht Ali tegen de onverslaanbaar geachte kampioen George Foreman in Zaïre (nu de Democratische Republiek Congo). Ali gebruikte de “rope-a-dope”-strategie, waarbij hij Foreman liet aanvallen en zichzelf uitputten. In de achtste ronde sloeg Ali hem knock-out en won de wereldtitel terug.
9. De “Thrilla in Manila” was een van zijn zwaarste gevechten
In 1975 vocht Ali zijn derde en laatste gevecht tegen Joe Frazier in Manilla, Filipijnen. De “Thrilla in Manila” wordt beschouwd als een van de meest brute bokswedstrijden ooit. Ali won, maar noemde het later “het dichtst bij de dood dat ik ooit ben geweest”.
10. Hij werd de eerste drievoudig wereldkampioen zwaargewicht
Ali verloor zijn titel in 1978 aan Leon Spinks, maar won hem later dat jaar terug. Hiermee werd hij de eerste bokser ooit die drie keer de wereldtitel zwaargewicht won.
11. Hij was een icoon voor burgerrechten
Ali was niet alleen een sportman, maar ook een activist. Hij sprak zich uit tegen racisme en sociale ongelijkheid en steunde de burgerrechtenbeweging in de VS. Zijn onverschrokken houding maakte hem zowel geliefd als controversieel.
12. Hij vocht te lang door
Na zijn gloriedagen bleef Ali boksen, maar zijn snelheid en reflexen namen af. In 1980 verloor hij van Larry Holmes, en in 1981 verloor hij zijn laatste gevecht tegen Trevor Berbick. Later gaf hij toe dat hij te lang was doorgegaan.
13. Hij kreeg de diagnose Parkinson
In 1984, op 42-jarige leeftijd, werd bij Ali Parkinson vastgesteld, waarschijnlijk als gevolg van jarenlang boksen. Ondanks zijn ziekte bleef hij actief in de publieke sfeer en zette hij zich in voor goede doelen.
14. Hij werd een wereldwijd symbool van vrede en moed
Ali bleef een inspiratiebron tot zijn dood in 2016. Hij werd wereldwijd geëerd voor zijn moed, doorzettingsvermogen en activisme. In 1996 droeg hij de olympische fakkel tijdens de openingsceremonie in Atlanta, een van de meest emotionele momenten in de sportgeschiedenis.
Muhammad Ali was veel meer dan alleen een bokser. Hij was een revolutionair figuur die de sport veranderde, raciale barrières doorbrak en een symbool werd van moed, doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen. Zijn nalatenschap leeft voort in de sport en daarbuiten, en hij blijft voor velen de grootste aller tijden.