De ijstijd, of glaciale periode, was een tijd waarin de aarde te maken kreeg met langdurige periodes van extreme kou. Tijdens deze periodes bedekten enorme ijskappen grote delen van het noordelijk halfrond, wat een enorme invloed had op het klimaat, het landschap en de ontwikkeling van mens en dier. Hier zijn 20 fascinerende weetjes over de ijstijd die je misschien nog niet wist.
1. De aarde heeft meerdere ijstijden gekend
De aarde heeft niet één, maar meerdere ijstijden meegemaakt. De meest recente ijstijd, ook wel de Pleistocene ijstijd genoemd, begon ongeveer 2,6 miljoen jaar geleden en eindigde ongeveer 11.700 jaar geleden. Andere eerdere ijstijden vonden honderden miljoenen jaren eerder plaats.
2. Een ijstijd bestaat uit glacialen en interglacialen
Een ijstijd is een lange periode waarin de aarde aanzienlijk koeler is dan normaal, maar het is belangrijk te weten dat ijstijden bestaan uit glacialen en interglacialen. Tijdens glacialen breiden ijskappen zich uit, terwijl interglacialen perioden zijn waarin het klimaat tijdelijk opwarmt, zoals de periode waarin we nu leven.
3. De oorzaak van een ijstijd is een combinatie van factoren
De oorzaken van ijstijden zijn complex en worden beïnvloed door een combinatie van factoren, zoals veranderingen in de baan van de aarde rond de zon (Milankovitch-parameters), vulkanische activiteit, de verdeling van continenten, en de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer.
4. Tijdens de laatste ijstijd bedekte ijs bijna een derde van het landoppervlak
Tijdens de meest recente ijstijd bedekten enorme ijskappen bijna een derde van het landoppervlak van de aarde. Deze ijskappen reikten zo ver naar het zuiden dat ze delen van Noord-Amerika, Europa en Azië bedekten. In Noord-Amerika strekte de ijskap zich uit tot wat nu de noordelijke Verenigde Staten is.
5. De zeespiegel daalde aanzienlijk tijdens de ijstijd
Tijdens de laatste ijstijd was veel van het water op aarde opgesloten in ijskappen, wat leidde tot een daling van de zeespiegel met maar liefst 120 meter. Dit maakte het mogelijk voor mensen en dieren om over landbruggen te migreren die tegenwoordig onder water liggen, zoals de landbrug tussen Azië en Noord-Amerika (de Beringstraat).
6. Gletsjers creëerden veel van de landschappen die we vandaag de dag kennen
Veel van de landschappen die we vandaag de dag kennen, zoals de fjorden van Noorwegen, de Great Lakes in Noord-Amerika, en de valleien in Zwitserland, werden gevormd door gletsjers die tijdens de ijstijd het land erodeerden en grote massa’s grond en rotsen verplaatsten.
7. Menselijke migratie werd beïnvloed door de ijstijd
De ijstijd had een enorme invloed op de migratie van de vroege mens. Tijdens koudere periodes volgden mensen kuddes dieren naar nieuwe gebieden, terwijl ze tijdens warmere interglacialen terugkeerden naar hun oorspronkelijke leefgebieden. Het lagere zeeniveau tijdens de ijstijd maakte ook migratie over landbruggen mogelijk.
8. Neanderthalers leefden tijdens de ijstijd
Neanderthalers, een mensensoort die naast onze voorouders leefde, waren goed aangepast aan het koude klimaat van de ijstijd. Ze hadden korte, gedrongen lichamen die hielpen om warmte vast te houden, en ze jaagden op grote dieren zoals mammoeten en neushoorns, die in het ijstijdklimaat leefden.
9. Mammoeten en andere megafauna gedijden tijdens de ijstijd
De ijstijd was de thuisbasis van verschillende grote dieren, ook wel megafauna genoemd, zoals de wolharige mammoet, sabeltandtijgers, en reuzenluiaards. Deze dieren waren aangepast aan de kou en leefden op de grasvlaktes van de ijstijd, die bekend staan als mammoth steppe-ecosystemen.
10. De laatste ijstijd eindigde ongeveer 11.700 jaar geleden
De laatste ijstijd eindigde ongeveer 11.700 jaar geleden en markeerde het begin van de huidige Holocene-periode. Dit was het moment waarop de ijskappen begonnen te smelten, de zeespiegel steeg, en de moderne mens zich begon te vestigen in landbouwgemeenschappen, wat leidde tot de opkomst van beschavingen.
11. De ijstijd bracht kunst voort
Tijdens de laatste ijstijd creëerde de vroege mens indrukwekkende vormen van kunst, zoals rotstekeningen, gravures en beeldhouwwerken. Voorbeelden hiervan zijn de beroemde grotschilderingen van Lascaux in Frankrijk, die het dagelijks leven van ijstijdjagers weergeven.
12. Vulkanen speelden een rol in de ijstijd
Er zijn aanwijzingen dat vulkanische activiteit een rol kan hebben gespeeld bij het in gang zetten van ijstijden. Grote vulkaanuitbarstingen kunnen enorme hoeveelheden as en zwavel in de atmosfeer blazen, wat het zonlicht kan blokkeren en de temperatuur op aarde tijdelijk kan verlagen.
13. De Noordpool en Zuidpool zijn overblijfselen van de ijstijd
De grote ijskappen op de Noordpool en Zuidpool zijn overblijfselen van de laatste ijstijd. Hoewel de gletsjers op veel plaatsen zijn verdwenen, blijft Antarctica bedekt door een dikke laag ijs, die op sommige plaatsen meer dan 4 kilometer dik is.
14. Er zijn aanwijzingen voor een toekomstige ijstijd
Hoewel de aarde zich momenteel in een interglaciale periode bevindt, is het mogelijk dat we in de toekomst opnieuw een ijstijd zullen meemaken. Wetenschappers voorspellen dat de volgende grote glaciale periode over duizenden jaren zou kunnen beginnen, hoewel menselijke invloed op het klimaat dit proces kan vertragen.
15. IJsmeren zoals het Great Lakes-systeem zijn gevormd door smeltende gletsjers
Veel grote meren, zoals de Great Lakes in Noord-Amerika en Lac Léman in Zwitserland, zijn gevormd door smeltende gletsjers aan het einde van de laatste ijstijd. Terwijl de gletsjers zich terugtrokken, vulden de gaten die ze hadden uitgesleten zich met smeltwater, waardoor deze enorme meren ontstonden.
16. Permafrost is een overblijfsel van de ijstijd
Permafrost, of permanent bevroren grond, komt nog steeds voor in gebieden zoals Siberië, Canada en Alaska. Dit is een overblijfsel van de ijstijd en kan nog steeds resten van dieren bevatten die tijdens die tijd leefden, zoals gemummificeerde mammoeten en andere uitgestorven dieren.
17. De mammoet werd gejaagd door mensen tijdens de ijstijd
De wolharige mammoet was een belangrijk prooidier voor vroege mensen tijdens de ijstijd. Mensen gebruikten niet alleen het vlees van mammoeten voor voedsel, maar ook hun huid en botten voor het bouwen van onderkomens en het maken van kleding en gereedschap.
18. Sommige dieren stierven uit na de ijstijd
Veel van de megafauna, zoals de mammoet, de mastodont en de sabeltandtijger, stierven uit na het einde van de ijstijd. De precieze redenen voor hun uitsterven zijn nog steeds onderwerp van debat, maar het smelten van de ijskappen en de daaropvolgende veranderingen in het klimaat speelden waarschijnlijk een belangrijke rol.
19. De Beringlandbrug verbond Azië en Noord-Amerika tijdens de ijstijd
Tijdens de ijstijd was de Beringlandbrug, een landstrook die Azië en Noord-Amerika verbond, blootgesteld door de lagere zeespiegels. Dit stelde zowel dieren als mensen in staat om van het ene continent naar het andere te migreren. De eerste mensen die Amerika bevolkten, kwamen waarschijnlijk via deze route.
20. Het smelten van de ijskappen beïnvloedt het klimaat vandaag nog steeds
Het smelten van de resterende ijskappen in Groenland en Antarctica heeft invloed op de stijgende zeespiegels en draagt bij aan veranderingen in de stromingen van de oceanen. Dit kan op lange termijn ingrijpende gevolgen hebben voor het wereldwijde klimaat en kustgebieden.