Haaien, de vaak gevreesde maar fascinerende kraakbeenvissen, zwemmen al honderden miljoenen jaren in onze oceanen en spelen een cruciale rol in het mariene ecosysteem. Van de gigantische walvishaai tot de kleine dwerglantaarnhaai, er bestaan meer dan 500 soorten, elk met unieke aanpassingen en kenmerken.
1. Oeroude wezens
Haaien behoren tot de oudste diergroepen op aarde die vandaag de dag nog bestaan. De eerste haaiachtige vissen verschenen al meer dan 420 miljoen jaar geleden, nog voor de dinosaurussen. Ze hebben meerdere massa-extincties overleefd.
2. Skelet van kraakbeen
In tegenstelling tot beenvissen en landdieren, hebben haaien geen botten. Hun skelet is volledig gemaakt van kraakbeen, hetzelfde flexibele materiaal waaruit onze neus en oren bestaan. Kraakbeen is lichter en flexibeler dan bot.
3. Geen zwemblaas
De meeste beenvissen hebben een zwemblaas, een met gas gevuld orgaan dat helpt bij het reguleren van het drijfvermogen. Haaien hebben dit niet. Ze compenseren dit deels door een grote, oliehoudende lever en door constant te blijven zwemmen om niet te zinken (hoewel sommige bodemhaaien wel kunnen rusten).
4. Meerdere rijen tanden
Haaien hebben niet slechts één rij, maar meerdere rijen tanden achter elkaar. Wanneer een tand in de voorste rij uitvalt of beschadigt, schuift er een tand vanuit de rij erachter naar voren om deze te vervangen. Een haai kan gedurende zijn leven tienduizenden tanden verslijten.
5. Elektroreceptie: Het zesde zintuig
Haaien bezitten een uniek zintuig genaamd elektroreceptie. Ze hebben speciale poriën op hun snuit, de Ampullen van Lorenzini, waarmee ze de zwakke elektrische velden kunnen detecteren die worden opgewekt door de spierbewegingen van andere dieren. Dit helpt hen prooien te vinden die verborgen zijn in het zand of in troebel water.
6. Tandjes op de huid
De huid van een haai voelt ruw aan als schuurpapier (wanneer je van staart naar kop wrijft). Dit komt doordat de huid bedekt is met kleine, tandachtige structuren. Deze verminderen de weerstand in het water en bieden bescherming.
7. Enorme diversiteit in grootte

Haaien variëren enorm in grootte. De kleinste is de dwerglantaarnhaai, die slechts ongeveer 20 cm lang wordt. De grootste is de walvishaai, die meer dan 12 meter lang kan worden en de grootste vis ter wereld is.

8. Walvishaaien zijn filtervoeders
Ondanks hun enorme omvang zijn walvishaaien (en reuzenhaaien) volkomen ongevaarlijk voor mensen. Het zijn filtervoeders die zich voeden met plankton, kleine visjes en krill door enorme hoeveelheden water te filteren via hun kieuwen.
9. Ademhalen door te zwemmen
Veel pelagische haaiensoorten (die in open water leven), zoals de witte haai en de makreelhaai, moeten constant blijven zwemmen om water langs hun kieuwen te laten stromen en zo zuurstof op te nemen (ramventilatie).
Andere soorten, vooral bodemhaaien zoals verpleegsterhaaien, kunnen actief water over hun kieuwen pompen en dus wel rusten op de bodem.
10. Koud- en warmbloedig
De meeste haaien zijn koudbloedig (poikilotherm), wat betekent dat hun lichaamstemperatuur afhankelijk is van de omgeving.
Sommige actieve soorten, zoals de witte haai en de mako’s (familie Lamnidae), zijn gedeeltelijk warmbloedig (regionale endothermie). Ze kunnen de temperatuur in bepaalde delen van hun lichaam (zoals spieren, ogen en hersenen) hoger houden dan het omringende water, wat hen sneller en efficiënter maakt in koud water.
11. Verschillende voortplantingsstrategieën
Haaien kennen drie manieren van voortplanting:
- Oviparie: Eierleggend (bv. kathaaien, zebrahaaien). De eieren zitten vaak in een beschermend omhulsel.
- Ovoviviparie: Eierlevendbarend. De eieren ontwikkelen zich in het moederlichaam en komen daar uit, waarna de jongen levend worden geboren (bv. verpleegsterhaaien, doornhaaien). Er is geen placenta-verbinding. Soms eten de sterkste embryo’s de andere eieren of embryo’s op (oöfagie/kannibalisme in utero).
- Viviparie: Levendbarend. De embryo’s ontwikkelen zich in de moeder en worden gevoed via een dooierzak-placenta, vergelijkbaar met zoogdieren (bv. hamerhaaien, citroenhaaien).
12. Lange draagtijd
Sommige haaiensoorten hebben extreem lange draagtijden. De doornhaai is een recordhouder met een draagtijd van bijna twee jaar. De Groenlandse haai mogelijk nog langer.
13. Groenlandse haai wordt super oud
De Groenlandse haai, die in de koude, diepe wateren van de Noord-Atlantische en Arctische Oceaan leeft, is een van de langst levende gewervelde dieren ter wereld. Onderzoek suggereert dat ze minstens 272 jaar oud kunnen worden, en mogelijk zelfs 400 jaar of ouder. Ze groeien extreem langzaam.
14. Haaienaanvallen zijn zeldzaam
Ondanks hun reputatie in films en media, zijn aanvallen van haaien op mensen zeer zeldzaam. De meeste haaiensoorten zijn ongevaarlijk voor mensen. De soorten die verantwoordelijk zijn voor de meeste (nog steeds zeldzame) incidenten zijn de witte haai, de tijgerhaai en de stierhaai.
Vaak gaat het om ’testbeten’ uit nieuwsgierigheid of verwarring (bv. een surfer aanzien voor een zeehond). De kans om geraakt te worden door bliksem of te verdrinken is vele malen groter dan gebeten worden door een haai.
15. Haaien zijn cruciaal voor het ecosysteem
Haaien zijn toproofdieren (apex predators) of belangrijke mesopredatoren in de meeste mariene ecosystemen. Ze spelen een cruciale rol bij het gezond houden van de oceanen door:
- Populaties van andere soorten onder controle te houden.
- Zieke en zwakke dieren te verwijderen.
- Het gedrag van prooidieren te beïnvloeden, wat weer effect heeft op lagere niveaus in de voedselketen (bv. bescherming van zeegrasvelden).
16. Veel soorten ernstig bedreigd
Helaas worden veel haaienpopulaties wereldwijd ernstig bedreigd. De belangrijkste oorzaken zijn:
- Overbevissing: Zowel gerichte visserij (voor vlees, vinnen, olie) als bijvangst in andere visserijen (zoals tonijn- en zwaardvisvisserij).
- Vinnen voor haaienvinnensoep: Het afsnijden van vinnen waarna de haai vaak levend wordt teruggegooid (‘shark finning’) is een bijzonder destructieve praktijk.
- Habitatverlies: Aantasting van belangrijke leefgebieden zoals koraalriffen en mangroven.
- Vervuiling: Plastic en chemische vervuiling.
17. Langzame voortplanting maakt ze kwetsbaar
Haaien zijn extra kwetsbaar voor overbevissing omdat ze zich over het algemeen langzaam voortplanten. Ze worden laat geslachtsrijp, hebben lange draagtijden en krijgen relatief weinig jongen. Hierdoor kunnen populaties zich moeilijk herstellen van zware bevissing.
18. Sommige haaien gloeien in het donker
Verschillende diepzeehaaiensoorten, zoals de dwerglantaarnhaai en de valse doornhaai, zijn bioluminescent. Ze kunnen hun eigen licht produceren, mogelijk voor camouflage (tegenlicht van bovenaf nabootsen), communicatie of het lokken van prooien.
19. Migratie over enorme afstanden
Veel haaiensoorten leggen enorme afstanden af tijdens hun migraties, soms duizenden kilometers tussen voedselgebieden en voortplantingsgronden. Witte haaien kunnen bijvoorbeeld migreren tussen Californië en Hawaï, of tussen Zuid-Afrika en Australië.
20. Haaien in de Noordzee
Ook in de Noordzee leven verschillende haaiensoorten, hoewel ze vaak onopgemerkt blijven. Voorbeelden zijn de hondshaai, kathaai, doornhaai en de (zeldzamere) gevlekte gladde haai. De reuzenhaai wordt soms ook waargenomen.
Haaien zijn indrukwekkende en essentiële bewoners van onze oceanen, met een geschiedenis die veel verder teruggaat dan die van de mens. Hun diverse vormen, unieke zintuigen en cruciale ecologische rol verdienen respect en bescherming. Het tegengaan van overbevissing en het beschermen van hun leefgebieden zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat deze oeroude heersers van de zee kunnen blijven bestaan.